René wint 2e COTH

Geplaatst op 29-05-2019 door Lars Slofstra

’s Middags, enkele uren voor aanvang van het tweede club oplostoernooi van Hoogland (COTH), bekeek ik de negen opgaven die gereed lagen voor de deelnemers, nog eens. ‘Te gemakkelijk’, was mijn gedachte, maar ja, er was nu niets meer aan te doen.

’s Avonds leek mijn vrees bewaarheid te worden toen ik veel deelnemers de eerste twee opgaven snel zag oplossen en toen gastoplosser Berry Beijer al heel snel bij de derde tweezet het correcte 1.Pxb4 op het bord toverde, vreesde ik dat de speelzaal al om half 10 ontruimd zou zijn. Het bleek allemaal mee te vallen want eerst drie minuten voordat de twee uur oplostijd om zou zijn, leverde de eerste deelnemer zijn formulieren in. Het was titelverdediger Gert Reichardt die somber kijkend en  hoofdschuddend aangaf dat het hem zwaar was gevallen. En de avond was voor Gert nog zo goed begonnen. Vooraf kreeg hij de beker voor zijn winst vorig jaar uitgereikt en vervolgens mocht hij een applaus als huldeblijk in ontvangst nemen toen hij aankondigde een wisselbeker – de GERT REICHARDT COTH BOKAAL – voor dit jaarlijks terugkerende toernooi beschikbaar te stellen! Hulde ook vanaf deze plaats.

Uiteindelijk viel het dus wel mee met het snelle oplossen en de vrees van te gemakkelijk. Iedereen worstelde met de reeds gememoreerde tweezet, die uiteindelijk niemand oploste, ook Berry niet die van het juiste pad afdwaalde.

Deze tweezet is van A. Volkmann en stamt uit 1959. De meeste oplossers kozen hier voor de verleiding 1. Pxf6 daarbij de weerlegging 1…Dc4! missend.  De correcte zet is, zoals ik al schreef, 1. Pxb4 en nu helpt het niet als de koning op de vlucht slaat: 1…Kc4+  2. Ld5 mat of 1…Ke5+  2. Pxd3 mat.

De leukste opgave was misschien wel de eerste driezet. Bijna alle deelnemers wisten op dit probleem punten te scoren, Stephan Paternotte de meeste: het maximum van 5.

Het probleem bij deze driezet van Sam Loyd uit 1876 is niet zozeer de oplossing te vinden, maar hoe de stukken te verbeelden. Er zitten maar twee paarden in het doosje, en zoals de deelnemers al snel doorhadden, beide pionnen moeten tot paard promoveren. Het gevolg was dat er dames en lopers en uiteraard de omgekeerde toren dienst gingen doen als paarden. De oplossing luidt: 1.e8P+ K~      2. d8P en mat op de volgende zet. Een typisch Loyd-probleem.

Aan het einde van de avond bleek er zich een kopgroep van vier man te hebben gevormd, waarvan René van Nieuwenhuizen de meeste punten had gescoord. Proficiat René! Gert werd tweede met hetzelfde puntentotaal als Berry, maar een betere tijd en Lars Slofstra leverde met een vierde plaats ook weer een prima prestatie. Een speciale hulde gaat er naar Daan Baartmans, die met 17 punten zevende werd. Ga er mee door, Daan. Door je jeugdigheid kun je nog ver komen in deze discipline!

De uitslag was als volgt:

  Naam #2 #2 #2 #3 #3 #6 #6 = H#3 Totaal Tijd
1 René van Nieuwenhuizen 5 5 0 4 5 5 0 5 2,5 31,5 120
2 Gert Reichardt 5 5 0 4 5 0 0 5 5 29 117
3 Berry Beijer 5 5 0 2 5  – 2 5 5 29 120
4 Lars Slofstra 5 0 0 3 5 0 5 5 5 28 120
5 Stephan Paternotte 5 5 0 5  – 5 0  – 2,5 22,5 120
6 Jan Snijders 5 0 0 4 0  – 0 5 5 19 120
7 Daan Baartmans 5 5 0 2 0  – 0 0 5 17 120
8 Hans Oosterhout 0 5 0  –  –  – 0  –  – 5 120
9 Albert Beekes  – 0  –  – 0  –  – 0  – 0 120

In totaliteit waren er negen opgaven waarvoor maximaal 5 punten per opgave te verdienen waren. De oplostijd bedroeg 2 uur, in één sessie. Waar er geen oplostijd is vermeld, geldt 120 minuten.

Grand Prix Oplostoernooi  (GPO)   

Aan voorzitter Pieter heb ik enige tijd terug voorgesteld te trachten tot een GPO te komen, samen met Hoevelaken en Leusden. Hoevelaken toonde geen belangstelling, maar bij Leusden is men heel enthousiast. Het GPO gaat men daar waarschijnlijk niet op de clubavond houden, maar men maakt extra kosten om de gehele speelzaal ter beschikking te hebben en zo meer deelnemers. Hulde! En nu hopen dat het bestuur van Hoogland definitief ‘ja’ zegt.    

Wim Velker

©Foto Lars Slofstra

Tabel: Berry Beijer